Tijd om de drukke stad Anuradhapura achter ons te laten. Op naar Sigiriya! Onderweg werden we opnieuw verrast door de schoonheid van Sri Lanka. De natuur is zo afwisselend en we hebben nog nooit ergens zoveel verschillende kleuren groen gezien. Uitgestrekte groene vlaktes worden onderbroken door hoge bergen, grote meren met lotusbloemen waar allerlei vogels vliegen, beboste gebieden met enorm grote bomen. Kortom, we rijden constant door de natuur. Zelfs wanneer we door een dorpje rijden lijkt het alsof het dorpje om de natuur heen is gebouwd. We rijden langs het platteland waar mensen in de volle zon hooi aan het verzamelen zijn en langs de weg spelen kindjes op hun blote voetjes. Krakkemikkige huisjes dienen als groentewinkeltje en hier en daar stookt men een fikkie om afval te verbranden. Nog steeds krijgen we leuke reacties onderweg wanneer mensen ons in de tuktuk zien zitten. Bij één meisje viel letterlijk haar mond open! Maar het allerleukste wat we onderweg tegen komen zijn de verkeersborden die waarschuwen voor overstekende, wilde olifanten! En de grote hopen olifantenpoep langs de weg bewijzen dat ze er soms echt lopen. Als we in een gebied rijden waar die borden staan voelt het toch een beetje alsof we op safari zijn. We voelen constant die spanning: ‘hier zitten olifanten, en misschien gaan we er wel eentje tegen komen!’ Maar dan moet je wel op het juiste moment op de juiste plaats zijn. Kwestie van geluk dus.. De rit was geweldig, vooral de laatste 10 kilometer waren spannend. De weg was smal en liep langs bebost gebied met soms open vlaktes. Alsof we door een natuurfilm reden. De olifantenpoep langs de weg nam toe en bij ons steeg de spanning. Elke keer was het weer spannend wat ons na de bocht te wachten stond. Maar helaas, geen olifanten.
Eenmaal aangekomen in Sigiriya checkten we in bij ons super schattige guesthouse bestaande uit twee kamers en in de derde kamer woont het gezin zelf. De buurvrouw is oma en de buurmannen zijn broers. Een mooie bloementuin en een moestuin waar van alles groeit. We zouden zo willen ruilen! Het is bijzonder om op zulke plekken te slapen aangezien je voor een paar dagen echt bij een gezin verblijft. Er is dan ook elke dag overheerlijk voor ons gekookt! Daarnaast was het contact met de mensen erg leuk, ondanks dat ze niet zo goed Engels spraken. Zodra we ‘thuis’ waren kwamen de kids bij ons aan tafel zitten. De oudste met z’n huiswerk en de jongste met al z’n tekenspulletjes. De oudste (11) sprak een aardig woordje Engels vanwege Engelse les op school. Hij vertelde dat er heel soms ‘s nachts een olifant in de moestuin staat. En toen ‘s avonds laat de straathonden begonnen te blaffen zei hij met gespannen ogen: ‘maybe an elephant is coming!’ Toen ik hem vroeg om samen te gaan kijken knikte hij heel hard van nee! Genoeg over olifanten!
In Sigiriya bevind zich de bekende Lion Rock. Deze kun je, als toerist, voor een aardig bedrag (€25 p.p.) beklimmen. Voor Sri Lankanen is het bezoek aan de rots bijna gratis. Dit is op meerdere plekken in Sri Lanka zo. ‘Goed voor de economie’ wist een local ons te vertellen… Gelukkig bevind zich naast de leeuwenrots een andere hoge berg, de Pidurangala. We hadden gehoord dat je vanaf deze berg net zo’n mooi uitzicht hebt als vanaf de leeuwenrots, en vanaf de Pidurangala zouden we uitzicht hebben op de leeuwenrots. En, de kosten: €2,50 p.p. We blijven Hollanders!
Er wordt aangeraden de berg in de vroege ochtend te beklimmen, zo zie je de zonsopkomst en is het nog niet te warm. Dus ging om 4.45 onze wekker. Alleen dat al was een bijzondere ervaring, het was buiten zó donker en stil, op alle dierengeluiden na. We stapten in de tuktuk en reden door het slapende dorp. Na een paar kilometer namen we de afslag naar de berg. De asfaltweg ging over in een hobbelig zandpad met langs ons de jungle. Overdag was het al spannend om een olifant tegen te komen, nou in het donker helemaal. Hoe graag we ook een wilde olifant wilden spotten, toen liever niet!! Naast wat geritsel in de bossen, wat volgens Koen apen waren, kwamen we vol adrenaline aan bij het startpunt van de wandeling. Met een zaklamp beklommen we de steile, ongelijke trappen met op de achtergrond geluiden die horen bij de nacht. Krekels, vogels, in de verte een aap en een blaffende hond. Het was een aardige klim en de donkerte maakte het soms lastig. Vooral het laatste stuk was even zwaar. De trappen gingen over in grote rotsen waar we ons onderdoor en overheen moesten verplaatsen. En dat in het donker. Mijn grens was inmiddels bereikt en zag echt niet hoe ik verder naar boven moest komen. Gelukkig zag een gids me stuntelen en hielp me samen met Koen naar boven. Eenmaal op de top moest vooral ik even bijkomen met het besef ook weer naar beneden te moeten.. Maar hee, het was ons gelukt! En wat een uitzicht. Een mistlaag bedekte de toppen van de bergen en bomen. Langzaam begon het te schemeren en kwam het eerste verkeer op gang. Na uitgebreid te hebben genoten van het moment begon de klim naar beneden, die in het licht gelukkig een stuk beter te doen was!
Om 9.00u zaten we aan het ontbijt met al een halve dag achter ons. Na een dutje besloten we een stukje te gaan toeren met de tuktuk. Via zandpaden reden we langs afgelegen huisjes. Zodra mensen ons zagen begonnen ze gelijk te zwaaien. Het contact met de lokale bevolking is zo leuk! Mensen zijn heel spontaan en zijn totaal niet verlegen om even een praatje te komen maken. Als we tijdens het reizen even een pauze nemen langs de weg komt er altijd wel iemand vragen of we problemen hebben met de tuktuk. Ook kinderen zwaaien er op los en we krijgen regelmatig een high five! Om een beetje een idee te geven hoe dat er dan uitziet kun je eens kijken bij onze video pagina!
Terug naar ons ritje met de tuktuk. De zandpaden hadden weer plaatsgemaakt voor een brede asfaltweg. Rijden en we zien wel waar we uitkomen. Dat is het fijne van eigen vervoer! Grote borden langs de weg vertelde ons wat te doen als er een olifant oversteekt of langs de weg loopt: ‘go slow, don’t feed!’ Die borden lieten het er allemaal maar serieus uitzien. Totdat het ook echt serieus werd! We naderden een bocht, maar voor de bocht zagen we auto’s en tuktuks afremmen en stilstaan. Is het dan eindelijk zover? Het kunnen twee dingen zijn zei Koen: een ongeluk of.. een olifant! Toen we eenmaal dichterbij kwamen ging een kleine wens in vervulling. Een grote olifant stond op zijn dooie gemak gras te eten langs de weg en trok zich niks aan van het verkeer. Een moment om nooit meer te vergeten! Na een paar kilometer besloten we om te draaien en terug te gaan naar het guesthouse. Het viel ons op dat een aantal auto’s naar ons seinde. Wat bleek, de olifant stond er nog! Omdat er nu wel plek was om de tuktuk veilig langs de kant te zetten namen we de tijd nog even te genieten van het enorme dier. Ook hiervan hebben we een kort filmpje geplaatst. Deze vind je ook op de video pagina.
De volgende dag stond de tempelgrot van Dambulla op de planning. Maar eerst bezochten we, op aanraden van de vader van het gezin, de groente-en fruitmarkt van Dambulla. Dit was ook weer een hele bijzondere ervaring. De markt bestaat uit drie grote overdekte hallen waar boeren uit het hele land hun groenten en fruit komen verhandelen. De hallen stonden vol met kleine vrachtwagens, jeeps met laadbakken en tuktuks propvol met groenten en fruit. Er was geen kraampje te bekennen, maar ook geen toerist, en ook geen vrouw! Er werd ongegeneerd naar ons gestaard waardoor we ons er niet helemaal op onze plek voelden. Mannen met ingevallen, bezwete gezichten sjouwden met kilo’s zware zakken vol groenten en fruit op hun schouders. We liepen voor ons gevoel behoorlijk in de weg en al die mannen om ons heen.. We besloten vrij snel weer te gaan. Nee, dit was absoluut geen toeristenmarkt waar je een lekkere watermeloen kunt kopen.
De grottempel was, vergelijken met de markt, alles behalve niet-toeristisch. Prachtige boeddhabeelden en kleurrijke wandschilderingen verscholen in vijf verschillende grotten. Ook hier was het zoeken naar schaduw voor onze voetjes vanwege de hete stenen op de grond!
Na 3 gezellige dagen bij het guesthouse was het tijd om te gaan. We werden door het hele gezin uitgezwaaid. We hadden best nog langer willen blijven..
De volgende stop was Matale. Een eigenlijk niet interessante stad, maar de omgeving is prachtig! Vlakbij de stad ligt het natuurgebied Knuckles Mountain Range. Een hooggebergte waar je mooie wandelingen kunt maken. Het startpunt van onze eerste wandeling begon op zo’n 1900 meter hoogte. De smalle, kronkelende weg om daar te komen was een hele uitdaging met de tuktuk, maat zelfs grote bussen reden er. En de bussen in Sri Lanka rijden als gekken! Hoe hoger we kwamen, hoe rustiger de weg werd. En het uitzicht was adembenemend! Van bergen die ons aan de Ardennen doen denken tot aan rijden tussen de theeplantages. Hoe hoger we kwamen, hoe bewolkter het werd.
Eenmaal het startpunt bereikt was er geen straaltje zon meer te bekennen. We liepen een grote wolk in en daar kwamen we eigenlijk niet meer uit. Uiteindelijk was het uitzicht 10 keer niks, maar de ervaring van door de wolken wandelen was gaaf! Door de wind zagen we de wolk verschuiven en even begon het te regenen. Absoluut geen ideaal weer om een berg te beklimmen, maar het had wel iets! Eenmaal terug bij de tuktuk begon het harder te regenen en besloten we de tweede wandeling te skippen. Tijd om onze spullen te pakken en weer door te gaan naar de volgende bestemming: Kandy.
Kandy is een grote stad in het midden van Sri Lanka. Gelukkig verbleven we een eindje buiten de stad in een hotel met een prachtig uitzicht. Hier hebben we genoten van de rust en de bliksemschichten ‘s avonds in de verte. De stad Kandy heeft opzich niet heel veel te bieden. Het is een drukke stad met veel verkeer, zoals meer steden waar we al geweest zijn in Sri Lanka. De stad staat vooral bekend om de Tempel van de Tand. Het is een tempelcomplex dat is gebouwd om een een heilige tand van Boeddha in te bewaren. Helaas hebben we geen tand gezien aangezien deze 1x in de 7 jaar tentoon wordt gesteld. Er vindt wel driemaal daags een ceremonie plaats waar mensen de tand kunnen eren terwijl deze dan in een afgesloten gouden ding zit. Kortom, het zal allemaal wel. De tempel heeft weinig indruk op ons gemaakt, waarschijnlijk ook doordat we er niet helemaal op het juiste tijdstip waren. Na drie kwartier file rijden en uitlaatgassen inademen (nogal een nadeel van de tuktuk) waren we eindelijk de stad uit. Eenmaal bij het hotel was het tijd om te relaxen en ons voor te bereiden op de bergrit van Kandy naar Nuwara Eliya.