Na een aardig eindje tuffen kwam de zee steeds dichterbij. De heerlijke geuren van de natuur ruilden we in voor een klamme, warme, zilte zeelucht. We moesten even schakelen, want we waren nog niet echt toe aan de zee. Dit omdat we het zo naar onze zin hadden in het binnenland. Maarja, we wilden ook de zuidkust zien en onze laatste week Sri Lanka ging al van start! De eerste twee nachten verbleven we in Tangalle. Met de tuktuk bezochten we verschillende strandjes en kozen we er eentje uit voor de dag later. Er stond een stranddag op de planning. Deze stranddag werd uiteindelijker sportiever dan verwacht.. We hadden gelezen dat de zee nogal wild is en dat was zeker niet gelogen. Wat een golven! Toch waagden we een poging de zee in. Maar zodra je in zee bent lijken de golven 3x hoger. Koen had helaas de tactiek hoe je een golf kunt ontwijken te laat met me gedeeld waardoor eentje me te pakken had: kopje onder maakte ik een flikflak die ik nog nooit eerder had gemaakt, via m’n neus kwam een aardige hoeveelheid zeewater binnen en uiteindelijk kwam ik boven water met m’n bikini niet helemaal meer op de juiste plek. “Woow, ik zag je benen helemaal boven het water uitkomen!” Aldus Koen.. Inmiddels zijn we een paar stranddagen verder en hebben we gezien hoe verraderlijk de zee is. Mensen worden meegenomen in de sterke stroming en hoge golven blijven maar komen. We hebben begrepen dat er jaarlijks tientallen badgasten verdrinken. Het is echt opletten geblazen!
Terug naar Tangalle. ‘s Avonds aten we bij een restaurantje waar een hele familie werkt. Opa wijst je een tafel aan, moeder staat in de keuken, de zonen doen de bediening, het jongste zoontje loopt rond met wierook om muggen te verjagen en zo draagt iedereen zijn steentje bij. Na heerlijk te hebben gegeten stapten we in de tuktuk op weg naar het hotel. Maar we kwamen niet ver, een lekke band! Verbaasd stapten we uit, daar stonden we dan, in het donker. En nu? Net toen we besloten terug te lopen naar het restaurantje, kwam er een grote, stevige man met een zwarte krullenkop tevoorschijn. Hij keek naar de band en haalde de overbuurman erbij. Ze sprokkelden wat gereedschap bij elkaar en gingen aan de slag. Ook zijn vrouw en dochter waren inmiddels aangeschoven en schenen licht bij met een zaklamp. En wij stonden daar maar, helemaal onder de indruk van alle hulptroepen. Mensen die langs reden stopten om te vragen of ze konden helpen en toen het gereedschap uiteindelijk niet bleek te passen werd er een vriend gebeld die binnen een paar minuten de juiste moersleutel kwam brengen. Typisch was dat we ons totaal geen zorgen maakten, ook al bleek het in eerste instantie niet te lukken. We wisten 1 ding zeker: ze gaan ons hier niet laten staan en zullen er alles aan doen om ons te helpen. Tussendoor werd er gelachen en maakten we een praatje met de dochter, die een aardig woordje Engels sprak. De tuktuk werd bijna op z’n zij geduwd en het nieuwe wiel (die we zelf bij hadden) werd erop gelegd. Binnen 10 minuten was alles gefixt! We hoefden ze niet te bedanken, wel moesten we binnenkomen om een kopje thee te drinken.
Toen we binnenkwamen moesten we even slikken. Wat zeg je als een huis uit een kale betonnen muur en vloer bestaat, met kozijnen zonder ramen, een aantal plastic stoelen om op te zitten, met een verdwaalde klok aan de muur en in de hoek een tv uit het jaar blok… We namen plaats en al snel kwam er thee met tè zoete cake op tafel. Het gesprek ging alle kanten op: vader was visser en is soms weken op zee, volgens zijn dochter wordt hij dan erg gemist. Dochter is 20 jaar en heeft in huis een naaimachine staan waarmee ze jurken maakt en moeder doet het huishouden. Ook waren ze nieuwsgierig naar ons, of we getrouwd waren? Hoe groot ons eigen gezin is. We lieten wat foto’s zien van onze gezinnen en ze waren duidelijk onder de indruk. Toen we vroegen naar foto’s van hun complete gezin kwam een ander onderwerp aan bod, alle foto’s zijn namelijk vernietigd door de tsunami. In 2004, op tweede kerstdag werd ook Sri Lanka getroffen door de verwoestende tsunami. Ze woonden vlakbij het strand en waren elkaar kwijtgeraakt nadat de twee golven hadden toegeslagen. Vader vertelde dat ze elkaar, na uren zoeken en wachten, eindelijk terug hadden gevonden. “We hebben geluk gehad, want bijna ieder gezin is wel een gezinslid verloren, maar wij niet.”
De tsunami blijft een lastig onderwerp om te bespreken. We hebben het er al met meer mensen over gehad, maar vaak valt het gesprek al snel stil. Wij weten niet wat we moeten zeggen en de bevolking lijkt er niet makkelijk over te kunnen praten. Logisch.
Na een sterk bakkie thee met fijn gezelschap vertrokken we richting ons hotel, zwaar onder de indruk van alles: de behulpzaamheid, de gastvrijheid, het huis waarin ze leven en het gesprek dat we hebben gevoerd.
De volgende twee nachten sliepen we in Unawatuna. We dronken wat aan een kleine baai en zagen af en toe zeeschildpadden hun koppie boven water uitsteken. De volgende ochtend hebben we Galle bezocht. Galle is een fort dat is omringd door hoge stadsmuren en dat in 1640 is gebouwd door de Nederlanders. Vroeger werd Galle gebruikt als handelsnederzetting door de VOC. Galle voelde een beetje mediterraans aan: smalle straatjes met felgekleurde bougainville, koloniale huizen, mooie hotels, leuke zaakjes om wat te eten en drinken. Er hing in andere sfeer, alsof we niet in Sri Lanka waren. Behalve dan dat we een grote groep jongens cricket zagen spelen. We besloten een kijkje te nemen en voordat we het wisten waren we een uur verder. Ondanks dat het een vriendschappelijk potje cricket was ging het er soms fel aan toe. Ook hier maakten we weer een gezellig praatje en kregen we zelfs een ijsco in onze handen geduwd. Iets afslaan dat gaat in dit land vrij lastig, puur omdat mensen het allemaal zo goed bedoelen en het ons echt naar onze zin willen maken.
Na een warme ochtend in Galle ploften we weer neer op het strand, heerlijk afkoelen in een lauwe zee… Eenmaal terug bij het guesthouse was de stroom uitgevallen. Dit gebeurd echt héél vaak in Sri Lanka. Meestal duurt het een aantal minuten, maar nu duurde het wat langer. Het was inmiddels donker, dus de simpelste dingen als douchen, kleren uitzoeken en jezelf aankleden waren ineens niet zo simpel meer. De eigenaar kwam zelfs een kaarsje brengen. Of het romantisch was? Nee! Het was vooral bloedheet omdat de airco en de ventilator ook niet werkten.
Stop 3 langs de zuid kust: Hikkaduwa. Vanwege de hoge golven wordt hier veel gesurft. Veel toeristen wagen een poging, maar het zijn vooral de Sri Lankanen zelf die de show stelen. Zelfs jochies van een jaar of 10 duiken samen met hun board de zee in. Wij bleven veilig aan land, luierend op een ligbedje!
Ook Hikkaduwa is in 2004 zwaar getroffen door de tsunami. Alleen al bij de trein die in Hikkaduwa kantelde tijdens de golf, zijn meer dan 1.500 mensen om het leven gekomen. Langs de zuidkust zijn op sommige plekken de gevolgen van de tsunami nog steeds zichtbaar. Vervallen huisjes langs de strandweg verdwijnen langzaam in de natuur. De tsunami werd nog ‘echter’ toen we het tsunami foto museum bezochten. Tientallen afschuwelijke foto’s hingen aan de muur. Mensen totaal verslagen met de handen voor het gezicht, kinderen helemaal alleen, mensen zoekend naar eigendommen, gewonde mensen, huisjes totaal verwoest. Kortom, een grote ravage. Achter een gordijntje hingen de heftige foto’s, eenmaal kijkend naar de foto’s werd er door een medewerker aan ons gevraagd of we oké waren. Mwah, we konden eigenlijk wel huilen.
Gelukkig waren er ook ‘positieve’ foto’s zoals van de wederopbouw, alle hulp vanuit verschillende landen, kinderen die met spel- en tekentherapie een kans kregen hun trauma te verwerken en de aanleg van waarschuwingssystemen voor een eventuele volgende tsunami. Knap hoe medewerkers dag in dag uit in dit museum werken, terwijl ze jaren geleden moesten rennen voor hun leven. Stil verlieten we het museum en keken we uit over de prachtige blauwe zee. Zo’n ramp is voor ons onvoorstelbaar.
Het was hoog tijd om onze gedachten te verzetten. We reden naar een strandje waar de golven wat rustiger zijn, huurden snorkelspullen en doken de zee in. Ik moest weer even wennen natuurlijk, aangezien vissen nog steeds niet m’n grote favoriet zijn terwijl Koen al meters de zee in was. Maar het was prachtig: we zwommen over een school van wel 100 vissen, gekleurde vissen in alle soorten, vormen en maten. En, met als klap op de vuurpijl zwom er een zeeschildpad voorbij! Hoogtepunt nummer… we zijn te de tel kwijt!
We lieten Hikkaduwa achter ons en maakten een begin aan de laatste kilometers in de tuktuk. We sliepen nog een nachtje aan de kust in Bentota waarna de lange rit naar Negombo op de planning stond. Op naar ons eindpunt, wat vier weken geleden het startpunt was van onze reis door Sri Lanka.
Sri Lanka, het land waar we een flink aantal kilometers hebben afgelegd in onze tuktuk. Door bergen, dorpjes, drukke steden, theeplantages, jungle met als verrassing een wilde olifant langs de weg.
Waar we af en toe ‘nee knikkend’ in de tuktuk hebben gezeten omdat er voor ons een inhaalactie plaatsvond die eigenlijk ècht niet kon. Waar bussen, vaak zonder remlicht, rijden als idioten. Waar auto’s op de weg rijden die bij ons in Nederland al lang en breed afgekeurd zouden zijn. Hetzelfde geldt voor de roestige fietsen.
Waar we onderweg regelmatig op de rem moesten voor onder andere koeien, varanen, een zwijntje, honden en reptielen waarvan we de naam niet weten.
Sri Lanka, waar vuurvliegjes ‘s avonds de lichtpuntjes zijn in het donker.
Waar niet alleen op de markt, maar ook langs de weg, verschrikkelijk stinkende vis wordt verkocht.
Sri Lanka, wat voor ons toch echt staat voor geweldige en afwisselende natuur. Maar ook de bevolking heeft onze reis dubbel zo leuk gemaakt! We begonnen met een valse start in Negombo, waar mensen van alles van ons wilden. Gelukkig ontdekten we al snel de oprechte vriendelijkheid van de mensen.
Sri Lanka, waar je je voeten verbrand als je een tempelcomplex bezoekt. Waar we toch wel even moesten wennen aan de hygiëne standaard (die duidelijk lager ligt dan bijvoorbeeld in Thailand), waar mensen eten met hun handen en lopen op blote voeten, waar we moesten wennen aan koude douches en de momenten zonder stroom.
Kortom, Sri Lanka heeft ons echt verrast! Ooit komen we terug!
Maar nu is het tijd voor de volgende bestemming: Cambodja!