Na Etosha wacht de laatste bestemming in Namibië op ons: Waterberg Plateau National Park. De natuur hier hebben we nog niet eerder in Namibië gezien: enorme roestkleurige rotspartijen die samen een grote tafelberg vormen. In het dal groeien allerlei bomen en leven verschillende soorten dieren. Van antilopen tot cheeta’s. Maar de zeldzame zwarte neushoorn is hier ook te vinden. Ze zijn jaren geleden uitgezet op de berg. Hier kunnen ze veilig leven omdat de berg voor stropers moeilijk begaanbaar is.
Die middag doen we rustig aan want het is bloedheet! Gelukkig hebben we een fijne campsite. Wanneer we rustig een boek zitten te lezen zien we een bekend koppel voorbij lopen. We hebben hun gezien bij de tweede camping in Etosha, ook zij waren niet weg te slaan bij de waterhole. Later liep ik haar tegen het lijf bij de laatste camping in Etosha. Alle douches waren bezet en zij was als eerste klaar dus ik nam haar douche. We kletsen wat en wensten elkaar nog veel plezier in Etosha.
‘Jullie ook hier!’ We raken met ze aan de praat en besluiten er een stoel en een drankje bij te pakken. Even Hollandse gezelligheid! Al komt zij oorspronkelijk uit Zuid-Afrika. Genoeg om over te kletsen dus!
Die nacht verloopt wat onrustig. We worden wakker van een hoop kabaal. Wat blijkt, er zit iets bij onze metalen prullenbak. Er wordt gerommeld met de deksel die steeds als ‘drumstok’ tegen de bak aan slaat. Wat een herrie! De prullenbak van de buurtjes moet er ook aan geloven en wanneer we ze met een zaklamp zien schijnen roepen we naar elkaar: ‘het zal wel een aap zijn!’
Dan keert de rust terug. Koen besluit om de bak weer dicht te gaan doen, maar schrikt zich een hoedje wanneer hij iets voor z’n zaklamp zien verschijnen.
Hij scheldt en ik schrik! Het dier is terug, maar het is geen aap: ‘een honey badger, het is een honey badger, die zijn super sterk en gevaarlijk!’
Ik heb werkelijk geen idee wat een ‘honey badger’ is en roep dat ie zo snel mogelijk in de auto moet gaan zitten, aangezien het dier op een paar meter afstand is.
Het beestje lijkt net zoals ons geschrokken te zijn en trekt zich terug. We lichten de buren in dat het geen aap is waarna zij benadrukt dat het in het vervolg beter is om veilig in ons bed te blijven: ‘die beesten kunnen het winnen van een slang of luipaard!’
Dus..
Eenmaal terug in bed komen er nog drie van die boeven de prullenbak plunderen waarna er niets meer te plunderen valt, en wij rustig kunnen slapen..
Lichtelijk vermoeid kruipen we onze tent uit, wat elke ochtend toch weer een soort van rek en strek-oefening is. We gaan wandelen! Want er lopen allerlei mooie wandelingen door het gebied die allemaal starten vanaf de camping. Ideaal! Dit maakt dat het de enige dag in drie weken is dat we niet met de auto hebben gereden!
De wandeling is mooi en vraagt hier en daar om wat inspanning, maar dat is niet erg! Het werd wel weer eens tijd om even de benen te strekken. Hoewel we vroeg zijn vertrokken stijgt de temperatuur snel waardoor we licht oververhit terug komen bij onze auto. Later die dag zoeken we de buurtjes weer op en proosten we op ons Namibië-avontuur. Want helaas, onze tijd in Namibië zit erop.
De volgende dag beginnen we aan onze rit van 1.700 kilometer terug naar Kaapstad.
Het is niet te geloven, de tijd in Namibië is veel en veel te snel gegaan! De trip begon wat onzeker en met gezonde spanning, aangezien het reizen met zo’n auto inclusief daktent helemaal iets nieuws voor ons was. Maar we hadden nooit verwacht dat het vanaf moment één zo goed zou voelen. We waren helemaal in ons element, zijn stiekem super trots op onszelf en hebben intens genoten van alles!
Alles? Ja ALLES! Nou ja, sommige wegen waren wel echt om te huilen! Maar..
Uren toeren, de wilde dieren, aanklooien op de campsites, simpele maaltijden koken en daar onwijs van smullen, zandstormen en rukwinden in de nacht, slapen in de daktent, ‘s nachts wandelingen maken naar het toilet, handwasjes ‘draaien’, plassen langs de weg wat geen succes is boven zand waar geen vocht intrekt, wakker worden door dierengeluiden of juist een snurkende buurman, miljoenen sterren, de brandende zon, het dorre landschap, de oneindigheid, de bevolking, de Himba’s. En ga zo maar door.
Namibië, het is alles en niets! Voor ons was het veel en nog veel meer!
Na 1.700 kilometer te hebben gereden in drie dagen nemen we afscheid van onze auto, ‘de Buffel’. Aan de ene kant blij dat we heelhuids, veilig en met vijf volledige banden weer aankomen bij de verhuurmaatschappij, maar aan de andere kant kan voornamelijk ik wel janken! Op de een of andere manier voel ik me zo gehecht aan de auto, aan de manier van reizen, aan de manier van kamperen, dat het toch wel even pijn doet wanneer we de auto uitladen (ik met natte oogjes dus).
We checken nog snel wat de tellers in de auto aangeven aangezien we deze aan het begin van de trip allemaal op nul hadden gezet: het aantal gereden kilometers staat op 5.550 en het aantal gereden uren staat op 81 uur.
Maar helaas, aan alles komt een eind! Behalve aan onze reis, die gaat ‘gewoon’ weer verder!
Terug in Kaapstad vinden we al snel weer onze draai, al is het wel weer even wennen om tussen vier muren te bivakkeren. Gelukkig is het heerlijk weer waardoor we veel buiten zijn. Het beklimmen van Lion’s Head stond al een tijdje op ons lijstje, maar was er nog nooit van gekomen. Het wordt aangeraden voor zonsopkomst aan de hike te beginnen zodat je eenmaal boven de zon op ziet komen. Aangezien we de afgelopen weken de zon al zo vaak op hebben zien komen besluiten we geen wekker te zetten.
Achteraf gezien hadden we de wekker toch wel moeten zetten.. Wanneer we aankomen bij de start van de wandeling is het super druk. Wat blijkt, de schoolvakanties zijn begonnen en het beklimmen van Lions Head is een populair uitje. Tussen de Zuid-Afrikaanse pubers ploeteren we naar boven en staan we in de file wanneer iedereen één voor één via een trapje een rots op moet.
De ene na de andere file volgt, niet echt de manier hoe wij deze rots willen beklimmen. Dus het klauteren naar het laatste stukje van de top laten we zitten, genieten van het uitzicht op de Tafelberg en dalen dan weer af.
Na een aantal dagen Kaapstad begint onze terugreis naar Port Elizabeth waar we nog wat tijd willen doorbrengen met Peter en Daphne. Ook hopen we hier en daar wat te kunnen gaan doen bij verschillende projecten. Maar voordat het zover is zijn we van plan nog wat stops te maken langs de Tuinroute, waarbij we Hermanus natuurlijk niet overslaan!
We vallen met onze neus in de boter want tijdens het laatste weekend van september vindt hier het ‘Whale Festival’ plaats. Een festival om te vieren dat de walvissen er weer zijn. Al lijkt het festival niet echt om de walvissen te draaien. Er wordt vooral heel veel gegeten en muziek gemaakt, de sfeer zit er goed in!
De dagen in Hermanus kunnen we kort samenvatten: uren wandelen, naar de zee staren, door een verrekijker loeren en vooral heel veel walvissen spotten! Het is niet de vraag of ze er zitten, maar hoeveel er zitten. Zowel de volwassenen als de kleintjes maken sprongen uit het water wat elke keer weer prachtig is om te zien!
Dan springt er iets boven water wat lijkt op een uit de kluiten gewassen dolfijn. Het heeft de kleur, maar niet het formaat van een dolfijn. Wanneer het dichterbij komt zie we dat het een walviskalf is die voornamelijk wit pigment heeft met een aantal zwarte stipjes. Hoe mooi is dat?!
Niet alleen de wandelingen langs de zee zijn prachtig. Aan de rand van Hermanus ligt het Fernkloof Nature Reserve. Tijdens de eerste wandeling zijn we zo weg van de omgeving dat we de dag later nog een route gaan wandelen. Het is lente, de bloemen bloeien, insecten komen tevoorschijn en alles ziet fris-groen. Misschien wel de mooiste tijd om de benen te strekken in Zuid-Afrika!
Iedereen die mij goed kent weet dat ik geen fan ben van de onderwaterwereld. Walvissen spotten, veilig vanaf de kant vind ik geweldig, maar om daar nou met een kano of duikset op af te gaan, no way!
Maar waar ik echt de rillingen van krijg zijn haaien. Foto’s, filmpjes of verhalen over haaien en mijn nekharen staan gelijk overeind!
Toch neemt de nieuwsgierigheid het over en rijden we naar het naastgelegen Gansbaai. Hier staat niet het spotten van walvissen centraal, maar het spotten van haaien. En wel de ‘Great White’, een van de gevaarlijkste haaiensoorten ter wereld. Ook wel bekend als de witte haai of mensenhaai.
Hoe gaat het spotten in zijn werk? Nou, je stapt op een boot, midden op zee stap je in een kooi en deze kooi gaat deels onder water, er wordt wat lokaas het water in gegooid en dan zwemmen ze langs je kooitje.
Verschrikkelijk toch?!
Wanneer we de boten inclusief kooien zien wordt ik al zenuwachtig van het idee dat daar soms haaien bij in de buurt zwemmen. Terwijl ik goed ongemakkelijk rond wandel lacht Koen me nog net niet uit, of wel.. Na een paar minuten ben ik er in ieder geval helemaal klaar mee. Weg hier!
Al is dit niet ons laatste ‘haaienavontuur’..
7 reacties
Van het ene wonder naar het andere wonder!
Fijn om te lezen dat jullie zo hebben genoten van het “Buffel” avontuur. Dat was zeker een geweldige belevenis voor jullie, als ik dit zo lees! Op naar het volgende wonder 🙂
Het deurtje van zo’n haaienkooitje zal maar eens niet goed sluiten,….. 😉🤔😅
Hoi Haai….
Nou nee, Bedankt.
Groetjes
Ik had de Tafelberg graag ook gezien zonder een kleedje🤪
Wat een mooie kleuren van de natuur daar ,hier zijn herfstkleuren ook prachtig!
Doe Daphne en Peter de groetjes van ons😘😘
Groetjes
Mooie avonturen weer wile en Koen….en nog een mooie tijd bij Peter en Daphne 😀
Dear Wilke & Koen. It was wonderful to journey with you through your travels. Beautifully written..always. Love. Peter & Daphne.
Hoi Wilke, wat een avontuur, wat een foto’s, maar vooral wat een dappere onderneming, zooooo speciaal, bedankt voor het delen van de foto’s, geweldig zijn ze, ook die met de drone, in 1 woord
FANTASTISCH!!!!
Hoi,
We kennen elkaar niet, maar wat gaaf om jullie verhalen te lezen. En wat een prachtige foto’s hebben jullie gemaakt!
Ben benieuwd welk land hierna volgt.
Wij hopen met onze 3 kids een reis naar Afrika te maken. Mijn man wil graag naar Namibië, ik neig naar iets groenere en wat minder grote afstanden. We zullen zien!
Geniet lekker verder van de prachtige en gevarieerde natuur!