De natuur, de bus en wij

Australië is groot! Heel groot. En dus zijn de afstanden van punt A naar punt B vaak heel wat uurtjes rijden. Hoewel de natuur waar we doorheen rijden niet heel spannend is, is het prima rijden. De wegen liggen er goed bij, de bus rijdt lekker en met een muziekje aan vliegen de kilometers voorbij. 

Kalbarri is onze volgende bestemming. Wanneer we door het kleine dorpje rijden oogt het in eerste instantie wat slaperig, net zoals de camping. Maar die rust bevalt ons wel. 
Eenmaal op de camping parkeren we de bus op ons plekje en besluiten we om even de benen te strekken. Dat is wel nodig na al die uren rijden. We wandelen via de rivier die uitmond in zee naar een uitzichtpunt. De kustlijn is anders dan de kustlijn bij Perth. Er zijn kliffen, rotsen en de zee is wild. Welkom in het ruige noorden!

Voor het eerst hebben we na een aantal nachten weer goed geslapen. Het duurde namelijk even om onze draai te vinden in ons smalle, knusse bedje. Plus, na de nachtelijke wandelingen naar het toiletgebouw denkt je lichaam dat het tijd is om op te staan. Maar goed, een kwestie van wennen! 

Na een snel ontbijt haasten we ons naar een plek aan de rivier waar elke ochtend pelikanen worden gevoerd. Een vrijwilliger geeft informatie over de pelikanen en een aantal toeschouwers mogen wat visjes naar de grote vogels gooien. Waarom ze gevoerd worden? Traditie. Het gebeurd al jaren en de pelikanen rekenen erop.

Wanneer de pelikanen-show op z’n einde loopt vertrekken we naar het nationaal park van Kalbarri, een groot natuurgebied waar je verschillende uitzichtpunten kunt bezoeken. Een nadeel is wel dat het er stikt van de brutale vliegen. Ze kruipen zo je neus, oren, en als je pech hebt, je mond in. Dus mocht je denken dat iedereen vriendelijk naar je zwaait? Nee hoor, iedereen loopt geïrriteerd vliegen weg te wapperen! (En ja, ook iedereen begroet je vriendelijk!)

Bij het ene uitzichtpunt ben je zo en bij de andere moeten we een stuk wandelen. De ene keer is het een simpele wandeling en de andere keer moeten we wat klimmen, wat best een opgave is. Want ondanks dat we vroeg zijn vertrokken doet de zon goed haar best. 

Het zweet loopt over onze rug, maar wauw wat is het hier gaaf! Roestkleurige rotsen, een diepe kloof waar een twijfelachtige rivier doorheen stroomt en moeder natuur zover het oog reikt. Over ogen gesproken, met die van Koen is niets mis. In de verte ziet hij twee emoes over/in de droge rivierbedding lopen. Die hadden we nog niet eerder gezien! 

Wat we verder doen in Kalbarri? Nachten bijboeken! We hebben het er naar ons zin, de omgeving is prachtig en ons plekje op de camping bevalt goed. Waar trouwens elke avond kangoeroes op bezoek komen. Ze hupsen zo de camping op om van het gesproeide verse gras te smullen.

Verder trekken we wat baantjes in het zwembad, kletsen met onze Australische buurtjes waar we een vers gevangen visje van krijgen, maken mooie wandelingen en rijden aan het einde van de middag richting de zee om te snorkelen (Koen dan) en om te genieten van de zonsondergang. Wat een leven!

Na vier nachten rijden we verder in noordelijke richting. Uren rijden we door het niets. De wegen reiken tot de horizon en zijn zo recht, je zou er een liniaal langs kunnen leggen. Dan nemen we een onverharde, hobbelige en stoffige zijweg die ons leidt naar de kampeerplek voor die nacht. 
Voor het eerst gaan we kamperen op een plek waar niets is! Geen receptie, geen internet, geen bereik, geen andere mensen, geen stromend water, geen toilet, geen douche. Niets! Het voelt als wildkamperen, maar dat is verboden in Australië. Wel heb je hier en daar aangewezen plekken waar je, na het aanvragen van een vergunning, mag kamperen midden in de natuur. 

We rollen de luifel uit, parkeren de campingstoelen, trekken een zak chips open en genieten maar!
In een aantal reviews van deze campingplek hebben we gelezen dat er haaitjes zwemmen in de baai. Het gebied waar we zijn zal ook niet voor niets Shark Bay heten. Om dit te onderzoeken met onze snorkelset vinden we te gewaagd en dus laat Koen de drone over de baai vliegen. En ja hoor, in de branding cirkelen tientallen haaitjes rond.

Op zo’n bijzondere plek hebben we in Australië nog niet eerder geslapen. Hoewel er niets is, is er eigenlijk heel veel. Vooral de avond maakt indruk met aan de ene kant de glinstering van de maan op de zee, boven ons de sterren die samen de Melkweg vormen en achter ons het donkere landschap met in de verte flitsen van een woeste onweersbui. 

Klinkt als een sprookje toch?! Totdat ik moet plassen! Dat is in het pikkedonker best een uitdaging. Terwijl het bij mij zeg maar ‘volle maan’ is ben ik constant bang dat er een slang tevoorschijn komt. Het stoffige zand neemt m’n ‘water’ niet op en dus spetter ik alles onder. Heerlijk, zo back to basic! Oh ja, en Koen schijnt licht bij, hoe charmant?!

De nacht valt niet tegen, op nog een extra ‘toiletbezoek’ na. We openen de achterklep en worden wakker met uitzicht over de rustige zee. 
Wanneer we ontbijt maken houden twee kangoeroes ons van een afstandje in de gaten. Het is echt heel bijzonder om op deze manier in en met de natuur te leven. 

We laten de primitieve campingplek voor wat het is en gaan voor de laatste keer in noordelijke richting. Wanneer we aankomen op de drukbezochte camping in Monkey Mia moeten we even schakelen. Van ‘alleen op de wereld’ naar slapen op een grasveld met tientallen kampeerders. 
Maar we zijn niet alleen omringd door kampeerders. Er lopen ook zo’n vijftien nieuwsgierige emoes rond die zonder twijfel naar je tafeltje komen om te kijken of er wat lekkers te halen valt. Jaag je ze aan de ene kant weg, komen ze gewoon via de andere kant terug. En stiekem zijn ze best wel groot! Koen houdt sowieso al niet van vogels, maar dit vindt ie helemaal niks!

Wilde dieren voeren, het lijkt hier normaal te zijn. In Monkey Mia worden er geen pelikanen gevoerd elke ochtend, maar dolfijnen. Het gaat wel allemaal gereguleerd. Een team van vrijwilligers doet onderzoek naar de dolfijnen en een aantal nemen deel aan het ‘voedingsproject’. Voorheen mochten ook bezoekers de dolfijnen voeren maar dat mag niet meer. Tegenwoordig zijn de voermomentjes vooral educatief en is het een kans om dolfijnen van dichtbij te zien. 

Wanneer we aan het einde van de steiger staan zijn het niet alleen dolfijnen die we zien. Vanuit het diepe water komt een donkere vlek naar boven drijven. Wat blijkt, het is een grote zeeschildpad die zijn mooie koppie even boven het water uitsteekt om adem te halen. Ook komen er nog wat roggen voorbij en verschillende scholen vis. Heb ik even mazzel dat je niet per se onder water hoeft om de onderwaterwereld te zien. 

Monkey Mia is voor ons de meest noordelijke bestemming die we bezoeken. We hebben namelijk besloten om via de zuidkust naar de andere kant van Australië te rijden. Via het noorden is ook een optie maar die route blijkt vrij ruig te zijn. Plus, een van de belangrijkste bruggen is door het slechte weer ingestort en het is maar de vraag wanneer die weer begaanbaar is. 

Dus we keren om met onze neus weer in de richting van Perth, waar we voorlopig nog niet zijn! Er staan ons nog een aantal stops te wachten. 
De eerste stop is Shell Beach. Van een afstandje lijkt het een perfect wit zandstrand met blauwe zee, maar wanneer je dichterbij komt zie je dat het strand helemaal niet uit zand bestaat. Het strand bestaat namelijk uit miljoenen ieniemienie witte schelpjes.

Voordat we weer in het ‘bewoonde stadsleven’ van Perth belanden slapen we nog een paar nachtjes op een camping aan zee. Ook deze plek is vrij basic, al zijn er dit keer wel mensen en toiletten! 

De baai is prachtig. Het zand is wit, het water is kraakhelder, kleine visjes zwemmen nieuwsgierig rond onze benen en voor de eerste keer ga ik kopje onder met de snorkel op m’n bol. Al ben ik er nog niet helemaal comfortabel mee aangezien het altijd maar de vraag is wat voor vis, haai of rog er op de loer ligt. 

Tegen de avond maken we ons eten klaar, nemen de stoeltjes mee en ploffen neer op het strand. Geen verkeerde plek voor het avondeten met de zon die voor ons de zee in zakt. 

Met een beetje pijn in ons hart laten we Sandy Cape achter ons. We gaan terug naar Daan en daar hebben we niet heel veel zin in. Het kamperen bevalt ons wel en we begonnen net een beetje in ons ritme te komen. Maar helaas, alle campings zitten vol vanwege Pasen en de bus moet naar de garage voor een beurt en een nieuwe achterband. Gelukkig is het niet voor lang en gaan we na 5 nachten weer op pad met de bus! 

7 reacties

  1. Het blijft zo eentonig vanuit mij maar wat is het allemaal prachtig en adembenemend wat ik lees en zie! Soms ook wel spannend met jullie nachtelijke wc bezoekjes… hahaha ik kan er wel om lachen. Ik zie jullie al gaan! Spitter spetter spat! Wilke wordt helemaal nat 🤪
    Jullie zien er gelukkig uit op de foto’s 😊
    Effe weer de Roadtriplijstje aanzetten he 😉😂

  2. Weer een mooi verhaal Wilke en Koen en jullie hebben weer een prachtige kust gezien en die zeeschildpad zo mooi 😍Wat zijn jullie aan t genieten niet normaal !

  3. Wat een feest om jullie blog te lezen. Zou zeker niet misstaan als column in het reiskatern van de zaterdagkrant.
    Ik mis wel een foto van de nieuwsgierige emoe’s 🙂

  4. Gezien dat ik het helemaal eens ben met bovengenoemde reacties, ga ik niet veel nieuws meer toevoegen denk ik.
    Behalve dat het echt schitterend is wat jullie doen en hoe happy jullie hier mee zijn.
    En dat het altijd een lekker ontspannen momentje is, het lezen van jullie blog, zeker nu we ook hier in “ons” kikkerlandje buiten kunnen zitten in het zonnetje 😍

  5. He Wilke, wat een gezellige blog over dat mooie Australië, ik zie die toiletgang al helemaal voor me, hihi, Wat een prachtige foto’s weer. Genietennnnnnn!! Groetjes Monique

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Menu

Volg ons ook op Instagram:

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Ontvang een mailtje als we een nieuwe blog online zetten